4 grove motorische spelletjes voor een regenachtige dag

Toddler pushing a toy car on a black road on carpet

Peuters van twee zijn van nature beweeglijk en energiek, maar soms heb je gewoon even niet de mogelijkheid om die energie kwijt te raken in de speeltuin of op een springkussen. Voor deze 4 activiteiten heb je nauwelijks materialen en voorbereidingstijd nodig, en je peuter kan zijn energie lekker kwijt door te rollen, springen, rennen, en tikken.

Met deze 4 makkelijke spelletjes kan je peuter binnen al zijn energie kwijt:

Maak wegen met tape

Een wegenkaart met tape en autootjes (op de grond of op een tafel) is een leuk format voor je peuter voor allerlei creatieve spelletjes. Wanneer kinderen op de grond bewegen, gebruiken ze andere spieren dan bij de meeste grove motorische activiteiten waarbij ze staan.

Zo maak je een wegenkaart met tape:

Er bestaat tape met wegmarkeringen erop, maar je kunt het ook zelf maken: gebruik tape met een lage kleefkracht (zoals schilderstape) en maak een wegenkaart op een groot oppervlak, zoals de tafel of de vloer. Je kunt ook wegen maken van zwart vilt met witte tape voor de wegmarkeringen.
Teken lijnen op de tape en maak kruispunten, rotondes, afslagen en invoegstroken, opritten, en wat je maar kunt bedenken.
Maak de wegenkaart af met voertuigen (auto’s, treinen, vrachtwagens, vliegtuigen – kortom, alles dat beweegt) en andere dingen die je onderweg kunt tegenkomen: bruggen, tunnels, verkeersborden… Gebruik bijvoorbeeld blokken om het landschap vorm te geven.
Je kunt je kind laten helpen met de wegenkaart maken, of het zelf doen en genieten van zijn verraste reactie.
Als je nog wat extra karton hebt, kun je de hoogte inwerken met kartonnen oprijplaten van de grond naar eerst een stoel, dan een tafel, en dan weer naar de grond. Kan je peuter er geen genoeg van krijgen? Dan kun je de wegen nog verder uitbreiden, en ze ook door andere ruimtes en de hele woonkamer laten lopen.

Kleurentikkertje

Tegelijkertijd leren en actief zijn is een vorm van kinesthetisch leren, dat lichaam en geest met elkaar verbindt en op veel verschillende manieren goed is voor de ontwikkeling. Het element van kleuren koppelen maakt het nog leuker en uitdagender!

Zo speel je kleurentikkertje:

Begin met drie vellen papier – bijvoorbeeld rood, paars, en geel – en plak ze in een kamer op de muren (gebruik tape met een lage kleefkracht).
Noem een kleur en vraag je kind om ernaartoe te rennen en de kleur aan te tikken. Als hij naar een willekeurige kleur rent, wijs de juiste kleur dan aan en probeer het nog eens.
Als hij veel energie kwijt moet, plak de vellen papier dan aan twee uiteinden van een lange hal of in twee verschillende ruimtes. Je kunt ook variaties bedenken met hinkelen, kruipen of op de tenen lopen.
Kijk of je kind een tweedelige aanwijzing op kan volgen: “ren eerst naar rood, dan naar paars”.
Voeg gaandeweg meer kleuren toe en wissel ook eens van rol met je kind!

Parcours met papieren tunnels

Bij dit spelletje laat je peuter speelgoedauto’s, treintjes, vliegtuigen en andere kleine voertuigen door zelfgemaakte tunnels rijden. Het is ook leuk om balletjes door de tunnels te laten rollen, en een soort croquet voor peuters te doen 🙂

Zo speel je croquet met papieren ‘poortjes’:

Je hebt wat gekleurd papier, tape met een lage kleefkracht (zoals schilderstape of washitape), balletjes, en speelgoedvoertuigen nodig. Wat dikker papier (zoals kaartpapier of dik knutselpapier) werkt het beste, maar wat voor papier je ook in huis hebt is prima.
Vouw de linker- en rechterrand van ieder vel papier om, maak er een boog van, en plak de randen op een plat oppervlak zodat je een tunnel hebt.
Dit is een mooie uitdaging voor je kind om jou te helpen met het vastplakken van de tunnels: jij geeft je kind een stukje tape, en hij plakt het op de randjes. Maar let op: plakken is niet makkelijk! Om een stukje tape op de juiste plek te plakken, heeft je peuter veel geduld en bilaterale coördinatie nodig (waarbij hij beide helften van het lichaam – bijvoorbeeld zijn handen – tegelijkertijd gebruikt).
Maak ook eens één lange tunnel, tunnels in een cirkel, of een rij tunnels naast elkaar zoals bij een racewedstrijd.
Voor echt croquet heb je hamers nodig en gelden er ingewikkelde regels, maar bij deze versie hoeft je peuter alleen maar een bal door een tunnel (het ‘poortje’) te rollen. De meeste kinderen leren rond de 12 maanden een bal rollen, maar gericht door een tunnel rollen is een leuke, nieuwe uitdaging!
De tunnels zijn niet heel stevig, dus het is belangrijk dat je peuter zijn bewegingen onder controle houdt. Als hij steeds op de tunnels gaat staan of ze omvergooit, laat dan langzaam en duidelijk zien hoe je ze mooi rechtop houdt. Het kan slim zijn om met maar een paar tunnels te beginnen, met zo’n 60 tot 90 cm ruimte ertussen. Naarmate je kind zijn bewegingen beter onder controle krijgt, kun je meer tunnels toevoegen.

Tafeltennis met borden en ballonnen

Green blown up balloon on a blue paper plate with a popsicle stick attached

Met een paar simpele voorwerpen kun je je kind binnen (of buiten) volop laten bewegen, en tegelijkertijd de grove motorische precisie stimuleren. Door met een ballon te tafeltennissen in plaats van met een balletje kan je kind het spel en de bewegingen makkelijker bijhouden.

Zo speel je zelfgemaakte tafeltennis met je tweejarige peuter:

Je hebt twee papieren borden, twee knutselstokjes, wat stevige tape, en een ballon nodig. Maak tafeltennisbatjes door een knutselstokje op de papieren borden te plakken. Als je toevallig batjes hebt, kun je die natuurlijk ook gebruiken.
Kies een open ruimte met wat bewegingsvrijheid (je hebt niet heel veel ruimte nodig, omdat de ballon geen schade zal doen). Probeer samen de ballon zo lang mogelijk in de lucht te houden, zonder om beurten te hoeven spelen. Dit is een hele goede oefening voor de grove motoriek: je peuter moet zijn armen en ogen goed op elkaar afstemmen om de ballon op de juiste manier en op het juiste moment te raken.
Als je peuter het lastig vindt om de ballon te raken (een waarschijnlijk scenario 🙃), probeer de ballon dan eens recht naar zijn batje te gooien, zodat hij zich trots kan voelen als het lukt. Hij kan ook het batje laten voor wat het is en zijn handen, armen, en voeten gebruiken.
Jullie kunnen ook een peuterversie van badminton spelen door een ‘net’ te maken. Dit kan simpelweg een tafel of stoel zijn, maar ook – als je het niet te veel werk vindt – een deken of laken dat je in de ruimte ophangt.

In this post