4 spelletjes om te leren je beurt af te wachten

Rustig en geduldig je beurt afwachten is voor niemand makkelijk, en zeker niet voor kleine kinderen. Tweejarige peuters zijn nog niet voldoende ontwikkeld om al te kunnen delen met anderen, hoe graag we dat misschien ook zouden willen. Maar vóór het leren delen komt je beurt leren afwachten, en dat kan je kind nu al gaan oefenen met wat hulp van een volwassene ❤️

Voor jonge kinderen is spelletjes spelen vaak de beste manier om een uitdagende nieuwe vaardigheid te oefenen. Gelukkig zijn er veel leuke manieren om te oefenen met je beurt afwachten. De activiteiten hieronder zijn specifiek bedoeld voor tweejarige peuters.

4 Spelletjes voor tweejarigen om te leren de beurt af te wachten:

Bouw samen een toren

Een van de eenvoudigste manieren om te oefenen met je beurt afwachten, is met een set blokken. Tegen de leeftijd van drie jaar kunnen veel kinderen al een toren met negen of zelfs tien blokken bouwen. Door om beurten aan de toren te bouwen, werken jullie samen op een leuke manier aan een gedeeld doel.

Bouw de toren het liefst op een hard, egaal oppervlak (het is moeilijker om blokken op een kleed te balanceren).
Gebruik duidelijke taal en patronen om je kind te helpen: “we gaan om de beurt een toren bouwen, zo hoog als we kunnen! We zetten steeds één blok op de toren: eerst ik, dan jij, dan ik, dan jij, tot de toren omvalt”.
Probeer de verleiding te weerstaan om het blok van je kind recht te leggen. Iedere keer dat de toren omvalt, is voor hem een lesje evenwicht.
Als hij probeert twee blokken achter elkaar te bouwen, herinner hem dan aan de afspraak: “wacht even, ik ben nu aan de beurt! Weet je nog wat we hadden afgesproken?”.
Als je kind dit doet met een ander kindje, kan het verstandig zijn om ze iets meer te begeleiden. Gaat het al best goed met om beurten spelen? Dan kun je ze wat meer vrijheid geven.

Jenga met pompons en prikkers

Deze activiteit is ideaal om te oefenen met beurten afwachten, want zelf spelen is net zo leuk als kijken hoe de ander speelt! Zo doe je dat:

Je hebt een vergiet, 20 tot 30 houten prikkers of chenilledraden, en een verzameling pompons nodig. Vul het vergiet ongeveer tot de helft met pompons.
Rijg zoveel mogelijk prikkers door de openingen van het vergiet (boven de pompons) zodat ze er helemaal doorheen gaan en de uiteinden aan beide kanten uit het vergiet steken. Steek de prikkers in zoveel mogelijk richtingen door het vergiet, zodat de pompons goed bedekt zijn. Je kunt ook chenilledraad gebruiken, maar door de flexibele structuur zijn ze wel wat moeilijker om te rijgen. Vraag je kind om je hierbij te helpen (maar weet wel dat dit een flinke uitdaging voor hem kan zijn!).
Leg twee boeken, blokken, of andere stevige materialen naast elkaar met wat ruimte ertussen. Draai het vergiet om, zodat het net iets boven de grond op de ondersteuning rust. Er ontsnappen nu misschien al een paar pompons.
Tijd om te spelen! Jij en je kind (en iedereen die mee wil spelen) kunnen nu om beurten één prikker uit het vergiet trekken. Hoe meer prikkers eruit getrokken worden, hoe meer pompons eruit vallen. Liggen ze allemaal op de grond? Dan beginnen jullie weer opnieuw! 🙂

Jullie eigen bowlingbaan

Bowlen is makkelijk aan te passen aan jonge kinderen, en een goede kans om te oefenen met de beurt afwachten. Met een paar alledaagse voorwerpen maak je in een handomdraai jullie eigen bowlingbaan: Zo doe je dat:

Verzamel een paar lege plastic flessen (het formaat maakt niet uit), spoel ze om en verzwaar ze met wat zand of water. Schroef de doppen er stevig op en zoek een bal die makkelijk rolt.
Je kunt beginnen met drie ‘bowlingkegels’ en naar tot wel tien kegels toewerken – hoe meer kegels, hoe makkelijker je peuter ze omgooit. Zet de kegels in een driehoekige vorm neer met de punt naar jullie toe, en ga op een paar meter afstand zitten of staan.
Rol om beurten de bal naar de kegels tot alle kegels omgerold zijn.
Vraag je kind na iedere ronde om jou te helpen de flessen op te rapen en weer neer te zetten – een leuke uitdaging voor de fijne motoriek! Plak bijvoorbeeld ronde stickertjes op de vloer om aan te geven waar de flessen moeten staan.
Als je in een creatieve bui bent, kun je hier een uitgebreide versie vinden van deze activiteit.

Beurtbal

Iets fysieks hebben om vast te houden tijdens zijn beurt kan je kind helpen om het concept beter te begrijpen. Een bal – het liefst een zachte bal waar hij in kan knijpen – is een goed voorbeeld, maar een ander zacht voorwerp is ook goed. De beurtbal kun je op verschillende manieren gebruiken:

Introduceer de bal als de ‘beurtbal’ en leg uit dat alleen degene die de bal heeft, iets mag doen (praten, springen, dansen, lachen…). Daarna is de ander aan de beurt.
Oefen met korte beurten, waarbij je kind hooguit 5 tot 10 seconden moet wachten op de bal. Waarschijnlijk heeft hij wel wat aanmoediging nodig om de bal weer aan jou te geven.
Probeer eens om beurten te praten. Misschien kan je kind zich nog niet genoeg inhouden om stil te blijven wanneer jij de bal hebt, maar wie weet – misschien verrast hij je wel 😉
Je kunt de bal ook gebruiken voor allerlei andere spelletjes en leuke activiteiten.

In this post