19 - 21 maanden

De magische kracht van woorden zoals ‘gigantisch’

Misschien heb je het al eens gehoord: er bestaat een direct verband tussen hoeveel taal kinderen de eerste paar jaar horen en hun latere vocabulaire, IQ, schoolprestaties, en zelfs hun succes na school. Uit recente onderzoeken is gebleken dat juist de genuanceerdere elementen van taal – toon, kwaliteit, manier van spreken, en omgeving – een belangrijkere rol spelen dan simpelweg de hoeveelheid woorden.

Een groot deel van dit leerproces is nog niet zichtbaar. Op deze leeftijd leert je peuter iedere dag nieuwe woorden begrijpen, ook al kan hij ze zelf nog niet uitspreken.

Specifieke tips om het taalbegrip van je peuter te stimuleren:

Gebruik eigennamen, niet alleen voornaamwoorden zoals mijn, jouw, haar, etc.

Zeg in het begin liever “dit is Jaspers beer” in plaats van “dit is jouw beer”. Voornaamwoorden kunnen in de vroege fase van de taalontwikkeling verwarrend zijn voor je peuter.

Rond de leeftijd van twee of drie begint je kind consistent naar zichzelf te verwijzen met ‘ik’ of ‘mij’. Help je groeiende peuter de link leggen tussen zijn naam en zijn voornaamwoord door te zeggen: “dit is Jaspers beer, dit is jouw beer”.

Gebruik specifieke woorden

Young child looking at a woman with her arms stretched open
In foto: Speelgoed van De Speelkits
  • Gebruik het woord ‘gigantisch’ in plaats van ‘groot’.
  • Je peuter is al toe aan meer woorden dan je misschien denkt. Omschrijf zo specifiek mogelijk wat je ziet, bijvoorbeeld “zie je die atalantavlinder over de bloemen vliegen?”.
  • Gebruik uitjes om nieuwe woorden te introduceren, zoals ‘kneden’ in een pizzeria.
  • Pas moeilijke woorden in boekjes niet aan naar makkelijkere woorden – de context van het voorlezen en de plaatjes helpen je kind nu al de woorden te plaatsen die hij pas later volledig gaat begrijpen.
  • Durf het verhaaltje los te laten. Stop bijvoorbeeld even met voorlezen om samen stil te staan bij de plaatjes. “kan je naar de hond wijzen? Woef woef!”, of “ik zie de maan achter het raamkozijn. Zie jij de maan ook?”. Veel peuters hebben de aandachtsspanne nog niet om naar een heel verhaaltje te luisteren, maar als je flexibeler omgaat met het boek kun je hem helpen zijn aandacht erbij te houden.

Ga in op wat hij probeert te zeggen

Als je ziet waar je kind naar kijkt of begrijpt wat hij probeert te zeggen, ga er dan op in en geef je peuter de tijd om te reageren. Als hij bijvoorbeeld ‘baw’ zegt in plaats van ‘bal’, zeg dan: “ja, baw! Daar ligt de bal. Het is een oranje bal, zie je dat?”. Wacht tot hij reageert en zeg dan bijvoorbeeld: “de oranje bal beweegt zo snel!”.

Door je peuters versie van het woord te herhalen en dan het echte woord te zeggen, bevestig je de poging van je kind en leg je een verband met de juiste uitspraak. Zo moedig je zijn vroege taalontwikkeling aan en geef je hem meer zelfvertrouwen.

Herhalen, herhalen, en nog eens herhalen

Peuters leren veel van herhaling. Keer op keer dezelfde boekjes lezen, dezelfde liedjes zingen, en dezelfde voorwerpen benoemen helpt je kind om het echt te gaan begrijpen.

Vertel over jullie avonturen

Bespreek alles wat jullie samen doen met je peuter. Dit kun je altijd en overal doen. In de winkel kun je bijvoorbeeld zeggen: “we hebben appels nodig. Zie je de rode en groene appels die daar liggen? Ik vind de zure groene appels lekker, maar jij houdt van de zoete rode appels. Wil je me helpen om vier appels in het zakje te doen? Een, twee, drie, vier!”.

Auteur

Team Lovevery Avatar

Team Lovevery

Visit site

Geplaatst in 19 - 21 maanden, Communicatie, mijlpalen, Taal, Kinderontwikkeling

Blijf lezen