34 - 36 maanden

Montessori, Reggio Emilia, & meer—de methodes begrijpen, door Lovevery CEO Jessica Rolph

Laatst was ik in gesprek met een andere moeder, die haar gezin omschreef als een echt ‘vrijeschoolgezin’. Toen dacht ik bij mezelf: maar wat betekent dat nou eigenlijk? Mijn kinderen gaan naar een montessorischool, en als ik héél eerlijk ben, heb ik die keuze deels gemaakt omdat dat het enige programma was waar mijn toen nog-niet-zindelijke peuter van twee terecht kon 🙃

Ik heb me in veel van de pedagogische filosofieën verdiept, en hoewel ik er nooit 100% voor of tegen ben, heb ik er wel enorm veel inspiratie en steun in gevonden. Veel van deze methodes kunnen wat rechtlijnig aanvoelen: je volgt ze, of je volgt ze niet. Ik begrijp de onzekerheid en twijfels van andere ouders, en voel dit zelf ook: “past dit speelgoed, deze activiteit of deze methode wel écht bij montessori/vrijeschool/…?”. Omdat ik een goed doordachte keuze wilde maken over de opvang van mijn kinderen én wat nieuwe ideeën wilde opdoen om mijn eigen ouderschapsvaardigheden te verbeteren, ging ik op zoek naar een duidelijk overzicht van al deze filosofieën.

Ik kon er geen vinden, dus creeërde ik er één 🤓:

De montessorimethode

Montessoriactiviteiten en -materialen hebben als doel om kinderen onafhankelijker te maken met ruimte voor zelfstandig ontdekken en spelen. Dit wordt ook wel het ‘werk’ van een kind genoemd. Kinderen leren meer van zelf ervaringen opdoen dan van iets aangeleerd krijgen, dus het is zaak dat volwassenen kinderen zoveel mogelijk zelf laten leren.

Hoe werkt het:

  • Een belangrijk kenmerk van montessori is dat kinderen lang de tijd krijgen om zich te kunnen concentreren op zelfstandig een taakje uitvoeren. In een montessori-omgeving kiezen kinderen zelf hun ‘werk’ uit een zorgvuldig geselecteerde set ‘materialen’ op lage planken. Ze doen hun werk – meestal zelfstandig – op kleine matjes om de ruimte beperkt te houden. De leraar laat het kind eerst zien hoe ze de materialen op een bepaalde manier moet gebruiken, en laat het kind het daarna zelf proberen.
  • De materialen zijn bewust en goed doordacht – er wordt geen elektronica gebruikt.
  • Door de dag heen krijgen kinderen op veel momenten zelf de keuze. Ze mogen zelf hun werk kiezen uit verschillende werkhoeken, en ze kunnen vrij de ruimte verkennen om de verschillende hoeken te ontdekken.
  • De hele ruimte is met zorg ingericht. Montessoriruimtes zijn vaak mooie, goed verlichte, visueel aantrekkelijke ruimtes met wat voelt als precies genoeg ‘spullen’ erin. Volgens de montessorifilosofie kunnen kinderen dieper opgaan in hun spel wanneer ze minimale, zorgvuldig gekozen materialen van planken kunnen kiezen waar ze zelf bij kunnen.
  • Speelgoed, boekjes, en andere dingen worden regelmatig gerouleerd. Hier kun je meer lezen over het rouleren van speelgoed vanuit de montessorivisie.
  • De groepen bestaan uit kinderen van verschillende leeftijden om wedijveren te beperken (kinderen leren immers allemaal op hun eigen tempo) en oudere kinderen de kans te geven om jongere kinderen te helpen.

Wat me aanspreekt:

  • De materialen die gebruikt worden voor het leren zijn eenvoudig, mooi, en specifiek ontworpen om zelfstandig te leren.
  • Het ‘praktische werk’ – ramen lappen, de afwas doen, vegen en dweilen, met ‘naald’ en draad werken, gieten, planten water geven – vind ik het beste onderdeel van het leerplan, omdat dit perfect past bij waar jonge kinderen van nature mee willen oefenen.


Waar ik mijn twijfels bij heb:

In de montessorifilosofie ligt minder de nadruk op verbeeldend spel: kostuums, doen-alsof, fantasiespelletjes… Maar kinderen vinden het juist fantastisch om zich te kunnen verkleden, en deze vorm van rollenspellen spelen vervult een belangrijke rol in de hersenontwikkeling.

Toen mijn zoontje 4 jaar was, wilde hij een cape naar school aandoen, maar op onze montessorischool was verkleden niet toegestaan. Zijn teleurstelling was zo groot dat ik op een ochtend voorstelde dat hij in plaats van een cape zijn hoge kniesokken met kleine capejes aan de achterkant aandeed naar school. ❤️ Toen ik de school belde om te vragen of dit kon en hierover met ze in discussie moest gaan, kreeg ik sterk het gevoel dat de filosofie en de praktijk niet helemaal op elkaar waren afgestemd.

Reggio Emilia

Reggio Emilia is van al deze pedagogische filosofieën waarschijnlijk het meest op het kind gericht. De visie is geworteld in het idee dat kinderen het beste leren door vrij te spelen en zich vrij te kunnen uiten. Onderwijzer Loris Malaguzzi en andere ouders in en rondom het Italiaanse plaatsje Reggio Emilia ontwikkelden samen het model, dat gebaseerd is op respect voor het kind en het concept van de zogenoemde ‘honderd talen’. Dit concept houdt in dat we de vele manieren die kinderen vinden om zichzelf te uiten, moeten voeden. Alle kinderen hebben hun eigen manier om de wereld te plaatsen en te leren begrijpen, en ze hebben veel tijd en ruimte nodig om vrij te spelen en zichzelf te uiten.

Zo werkt het:

  • Bij Reggio Emilia staat het kind centraal, niet de leraar. Kinderen kiezen (deels) zelf wat ze wanneer leren op basis van hun interesses.
  • Het concept van ‘honderd talen’ houdt in dat kinderen de vrijheid krijgen om hun ideeën en de dingen die ze leren op veel verschillende manieren te uiten – dus niet alleen door te spreken en schrijven, maar ook door te dansen, kunst te maken, muziek te maken, enzovoorts.
  • De omgeving van het kind is een integraal onderdeel van Reggio Emilia. Ouders en verzorgers worden gezien als de eerste leraar van het kind, en worden bij ieder aspect van het onderwijs betrokken: van vrijwilligerswerk tot de leerplanontwikkeling.
  • De fysieke leeromgeving is cruciaal en werd door Malaguzzi ook wel de ‘derde leraar’ genoemd. Het is belangrijk dat er natuurlijk licht en voldoende open ruimte is, dat het speelgoed en de meubels van hout zijn gemaakt, en dat het werk van leerlingen tentoongesteld of opgehangen wordt.
  • Fouten maken is niet alleen goed, maar juist wenselijk. Fouten worden gezien als een actief en essentieel onderdeel van het leerproces.

Wat me aanspreekt:

  • Reggio Emilia respecteert het feit dat ieder kind op een andere manier leert, andere interesses heeft, en zichzelf op andere manieren uit.
  • Het onderwijsmodel gebaseerd op de omgeving van kinderen betekent dat ouders, onderwijzers, en kinderen samen één team vormen.
  • Zelfstandig leren door te spelen, ontdekken, kunst te maken, en vriendschappen te sluiten is een hele goede manier om te leren.

Waar ik mijn twijfels bij heb:

  • Omdat er geen officieel certificaat is voor onderwijzers, kan het lastig zijn om erop te vertrouwen dat onderwijzers wel specifiek genoeg opgeleid zijn.
  • Net zoals bij de vrijeschoolmethode kan het gebrek aan een officiële opleiding ouders afschrikken die op zoek zijn naar een meer traditionele aanpak of een combinatie van onderwijsmodellen.

Vrijeschool

De vrijeschoolmethode draait om creativiteit, verbeelding, en loskomen van technologie. Door het gebruik van eenvoudige hulpmiddelen en speelgoed (vaak gemaakt van hout en andere natuurlijke materialen) wordt de natuurlijke nieuwsgierigheid en creativiteit van kinderen geprikkeld. Zingen, dansen, kunst maken, verhalen vertellen, verbeeldingsspelletjes doen, en simpele hulpmiddelen gebruiken, vormen samen de basis van de vrijeschoolfilosofie, en vervangen het gebruik van technologie (schermtijd in het bijzonder).

Hoe werkt het:

  • Kinderen richten in samenspraak met de onderwijzer zelf hun omgeving in, waarbij ieder kind bijdraagt wat het kan. Zo krijgt het leerplan vanzelf opnieuw vorm naarmate de groep elkaar beter leert kennen.
  • Schermtijd is streng verboden. Op school en thuis zijn filmpjes, apparaten, of andere schermen niet toegestaan.
  • Tot de leeftijd van 7 is lezen en schrijven nog geen officieel onderdeel van het curriculum, hoewel er al wel wordt geoefend met verschillende elementen van het lezen en schrijven. De onderwijzers vertellen met gedetailleerde taal en complexe woorden, en creëren een taalrijke omgeving waardoor woorden en verhaaltjes gestimuleerd worden. Kinderen oefenen ook op andere manieren met de fijne motoriek dan door alleen een potlood vast te leren houden: ze oefenen bijvoorbeeld ook met naaien en breien.
  • Kinderen worden vaak jarenlang gekoppeld aan dezelfde onderwijzer, zodat ze samen kunnen groeien, leren, en een bijzondere ervaring met elkaar delen.

Zoals ik ernaar kijk, is vrijeschool van alle opvoedingsstijlen de meest voorschrijvende methode, maar toch is het ook een hele bijzondere manier om op te groeien. Vrijescholen moedigen gezinnen aan om thuis dezelfde methodiek te hanteren, wat voor jou een doorslaggevende factor kan zijn als je de vrijeschoolmethode overweegt.

Wat me aanspreekt:

  • De vrijeschool is een plek vol verbeelding, kleur, creativiteit, en verhalen.
  • Op een vrijeschool kunnen kinderen veilig experimenteren, en de onderwerpen die behandeld worden, sluiten aan bij de natuurlijke interesses van kinderen.
  • Het traditionele leren lezen, schrijven en rekenen wordt pas later geïntroduceerd, wanneer het brein van het kind meer ontwikkeld is voor een formelere manier van leren.

Waar ik mijn twijfels bij heb:

  • De nadruk op gesproken taal betekent dat verhaaltjes niet worden voorgelezen, maar verteld (vaak met poppen). Dit betekent dat boekjes pas op een later moment worden geïntroduceerd.
  • Omdat de ‘oudercommunity’ vaak hecht is, kan het wat geïsoleerd voelen als je dit niet opzoekt of hierbij weinig aansluiting vindt.

Auteur

Jessica Rolph Avatar

Jessica Rolph

Visit site

Geplaatst in 34 - 36 maanden, Montessori, Problemen oplossen, Routine, Sociaal-emotioneel, Kinderontwikkeling

Blijf lezen