28 - 30 maanden

Waarom minder keuzes je kind helpen onafhankelijk te worden

Hoewel het misschien tegenstrijdig lijkt, is je kind minder keuzes geven de beste manier om haar te laten wennen aan steeds meer zelfstandigheid.

Het advies van psychologen is om kinderen twee, hooguit drie keuzes te geven*: “Kinderen verlangen en verwachten dat hun ouders structuur geven en belangrijke keuzes voor het gezin maken. Dit geeft ze een veilig gevoel. Het is goed om kinderen mee te laten beslissen, maar te veel of te grote keuzes kunnen overweldigend zijn en je kind een gevoel van druk geven.”

Hieronder geven we enkele voorbeelden van manieren om je tweejarige in het dagelijks leven beperkte keuzes te geven, en de woorden die je daarbij kunt gebruiken:

Aankleden

“Wil je vandaag je shirt met streepjes of je oranje shirt aan?” Zelfs als ze kiest voor een derde optie (zoals haar jurk met stipjes), heeft ze nog steeds bijgedragen aan het doel: zich aankleden. Als ze iets kiest dat om wat voor reden dan ook niet kan (bijvoorbeeld een badpak in januari), probeer dan haar keuze serieus te nemen en een compromis te vinden. Misschien kan ze haar badpak bijvoorbeeld onder haar shirt en broek dragen, of misschien kunnen jullie het badpak op een speciale plek wegleggen zodat ze het aan kan trekken wanneer jullie thuiskomen.

In de speeltuin en op andere leuke plekken

Afscheid nemen van een leuke omgeving – een speeltuin, feestje, of een andere plek waar ze helemaal in opgaan – kan erg moeilijk zijn voor jonge kinderen. Je kind heeft nog niet veel tijdsbesef, maar door haar twee (of vijf, of een ander getal onder de tien) minuten van tevoren te waarschuwen, help je haar begrijpen dat jullie bijna gaan.

  • “We gaan over twee minuten. Wil je nog een keer van de glijbaan, of nog even op de schommel?”
  • “Het is tijd om je schoenen aan te trekken. Zal ik je helpen, of probeer je het eerst zelf?”

Opruimen en schoonmaken

Tussen de 24 en 30 maanden beginnen veel kinderen met zelfstandig spullen opbergen, en soms willen ze ook op andere manieren helpen met schoonmaken en opruimen. Of het er ook daadwerkelijk schoner en opgeruimder van wordt is de vraag, maar het doel is de routine, niet een perfect schoon resultaat. Als ze juist niet wil opruimen en poetsen, kan het helpen om haar de keuze te geven tussen twee taakjes, zodat ze alsnog meewerkt 🙂

  • “Wil je liever de blokken opruimen, of de boeken in de kast zetten?”
  • “Wil je liever vegen met je bezem, of het raam poetsen met je schoonmaakset?”

Bedtijdroutine

Toddler taping up Lovevery cards to a wall
In foto: Voorspellende routinekaarten van De Helper Speelkit

Zelfs in een vaste bedtijdroutine kun je keuzes verwerken voor je kind, zolang het er niet te veel zijn en de keuzes niet te veel afwijken van het doel: (rustig) naar bed gaan. Op routinekaarten zijn veelvoorkomende elementen van dagelijkse routines in huis op een duidelijke, begrijpelijke manier verbeeld. Je kunt de kaarten aan de muur hangen (of gewoon omhoog houden) om naar te wijzen wanneer je je kind keuzes geeft.

  • “Wil jij eerst je tanden poetsen en ik daarna, of ik eerst en dan jij?”
  • “We gaan vandaag één boekje lezen. Je mag kiezen uit deze twee. Uit welk boekje zullen we lezen?” Als ze persé beide boekjes wil lezen, probeer dan consistent te zijn. Als je altijd toegeeft en beide boekjes leest, verwacht je kind binnenkort misschien elke avond wel twee boekjes. Kinderen hebben behoefte aan consistentie, en kunnen uit evenwicht raken door plotselinge veranderingen.
  • Keuzes aanbieden kan een goede tactiek zijn als je kind delen van jullie routine probeert uit te stellen. Als ze nog aan het spelen is wanneer ze naar bed moet, kun je bijvoorbeeld vragen “wil je naar je bed toe hinkelen, of zal ik je dragen?”

Tussendoortjes

Veel kinderen van deze leeftijd vinden het leuk om te helpen met eten klaarmaken. Als je haast hebt kan dit wat lastig zijn, maar ook dan zijn er makkelijke manieren om je kind keuzes te geven.

  • “Wil je deze banaan pellen, of in stukjes breken?” In de keuken kan je kind beide keuzes willen kiezen. Ook prima!
  • “Lust je stukjes appel of sinaasappel als tussendoortje?”
  • “Wil je je snack aan het aanrecht opeten of aan tafel?”

*van Dr. Erin Leyba LCSW, Ph.D. bij Psychology Today

Auteur

Team Lovevery Avatar

Team Lovevery

Visit site

Geplaatst in 28 - 30 maanden, Executieve functies, Identiteit, Onafhankelijkheid, Kinderontwikkeling

Blijf lezen