Deze 5 taalontwikkelingen kan je kind nu doormaken

Young child holding wooden figurines and looking at a woman

Tussen de leeftijd van twee en drie beginnen kinderen vaak steeds langere en completere zinnen te zeggen, te experimenteren met nieuwe spraakgebieden, en misschien zelfs wel twee keer zoveel (of nog meer) woorden te zeggen.

Andere aspecten van de taalontwikkeling kunnen wat subtieler zijn: tegelijkertijd leren spelen en praten, of tweedelige aanwijzingen leren begrijpen (en opvolgen).

Het is belangrijk om je ervan bewust te zijn dat de taalontwikkeling veel vormen aan kan nemen, en dat veel ervan niet direct zichtbaar is. Kinderen die wat later beginnen met praten, hebben vaak al een sterke basis als het gaat om receptieve taal. Dit betekent dat ze al veel meer kunnen begrijpen dan ze kunnen articuleren. En zoals Janet Lansbury het verwoordt: “beginnen met praten is spannend. Probeer je te ontspannen, wees geduldig en vertrouw op de natuurlijke ontwikkeling van je kind. Ik ken veel geduldige ouders waarvan de kinderen van de ene op de andere dag begonnen met praten: een soort taalexplosie”.

Zo kan de taalontwikkeling van je kind er in deze fase uitzien

Zinnen van drie woorden

Tussen de 24 en 30 maanden kan je kind zinnen van drie woorden gaan zeggen, zoals “ik appel hebbe”, of korte zinnetjes gebruiken om te vertellen wat hij heeft meegemaakt. Dit proces kun je ondersteunen door specifieke vragen te stellen: “welk boekje heb je gisteren met oma gelezen?” in plaats van “wat heb je gisteren gedaan?”.

Tussen de 33 en 36 maanden kan je kind zinnen van maximaal vijf woorden gaan herhalen die jij hebt gezegd of voorgelezen.

Je kind zegt ‘tein’, jij zegt ‘trein’

Rond de 30 maanden kan je kind misschien al 50 of meer woorden zeggen. Het kan een leuk idee zijn om haar woordjes op te nemen, of er zelfs een fotoboek van te maken. Tussen de 30 en 35 maanden kan de productieve woordenschat van je kind al bestaan uit 200 of nog meer woorden.

Het advies van deskundigen is om de woorden van je kind te herhalen met je eigen uitspraak in plaats van je kind te corrigeren. Je kind leert er meer van om de juiste uitspraak te horen, dan om continu gecorrigeerd te worden. Als je kind bijvoorbeeld zegt dat hij een ‘tein’ ziet, zeg dan liever: “ja, dat is een trein!”.

“Ik banaan hebbe”

Het is een grote sprong in de taalontwikkeling van je kind wanneer ze gaat begrijpen dat woorden zoals ‘ik en ‘jij betrekking hebben op mensen die ze kent. Tussen de 24 en 30 maanden beginnen kinderen vaak de ‘eigen’ voornaamwoorden te gebruiken, zoals ik en mijn. Je zult merken dat ze ook steeds vaker commando’s gaat geven met voornaamwoorden: “jij hier geven” of “jij komen”.

Een goede manier om haar het juiste gebruik van voornaamwoorden te leren, is om een zin te herhalen die ze zegt. Als ze bijvoorbeeld zegt “ik banaan hebbe”, kun jij zeggen: “o, wil jij een banaan? Ik wil ook een banaan. Alsjeblieft, hier heb je een banaan.”

Al vanaf 27 maanden kunnen kinderen leren om de voornaamwoorden ik, me en mij (en gerelateerde woorden zoals mijn) consistent en op de juiste manier te gebruiken, maar het kan tot ver in de drie jaar duren tot je kind de woorden helemaal begrijpt en goed gebruikt. Je kunt haar hierbij ondersteunen door te vertellen wat je aan het doen bent wanneer je kind naar je kijkt. Als je je bijvoorbeeld aan het aankleden bent, kun je zeggen “ik zorg dat de bovenkant van mijn broek de vloer raakt, en dan zet ik mijn voeten in de openingen en trek ik mijn broek aan”.

Hoe, waarom, wat, wie, en wanneer

Tussen de 34 en 36 maanden kunnen de vragen van je kind wat complexer worden en beginnen met vraagwoorden als hoe,waarom, wat, wie, en wanneer. Boekjes lezen is een goede manier om dit aan te moedigen. Stel bijvoorbeeld vragen zoals “waar is het konijn naartoe?” en “waarom werd haar vriendje zo boos?”.

Verleden, heden, en toekomst

Kinderen beginnen vaak tussen de 24 en 30 maanden de verleden tijd te gebruiken (maar nog niet persé op de correcte manier). Als je kind dit nog niet doet, kun je haar makkelijke, directe vragen stellen: “wat hebben we gisteren in de speeltuin gedaan?” of “wat hebben we als ontbijt gegeten?”.

Tegen de 30 maanden kan je kind je misschien al helpen met een bekend verhaaltje vertellen. Of misschien vertelt ze er al wel helemaal zelf een! Een van de vele voordelen van je kind voorlezen is dat ze hierdoor de verhaalstructuur gaat begrijpen, een fase die voorafgaat aan het leren lezen. Wanneer je een (fictief of echt) verhaaltje vertelt dat je kind goed kent, kun je vragen stellen over hoe het verdergaat: “en wat gebeurt er dan?” of “en wie klopte er toen op de deur?”.

Rond de 34 maanden kan je kind beginnen met wanneer-vragen stellen: “wanneer gaan we?”. Dit is een goed moment om met een complete zin te antwoorden, bijvoorbeeld: “we gaan wanneer jij wakker wordt van je middagdutje” in plaats van “na je dutje”.

Iets om in het achterhoofd te houden

Het is niet altijd realistisch om tegen een tweejarige peuter te zeggen dat ze haar ‘woorden moet gebruiken’ als ze gebaart, jengelt, of huilt – soms heeft ze die woorden simpelweg nog niet. Je kunt haar helpen door de woorden te gebruiken die ze nodig heeft om zichzelf duidelijk te maken: “ik zie dat je dat boekje wil hebben, maar je kunt er niet bij. Kun je vragen ‘mag ik het boek?’”. Hoewel ze je zin waarschijnlijk nog niet helemaal – of misschien nog niet bijna – kan herhalen, kan het haar wel helpen als ze al één of twee woorden kan zeggen, zoals ‘ik boek’.

Wanneer naar de huisarts?

Omdat de taalontwikkeling zo breed is en veel vormen kan aannemen, kan het moeilijk zijn om in te schatten wanneer het slim is om voor de zekerheid even met de huisarts te gaan praten. Het advies van experts is om de taalontwikkeling van je kind met een huisarts te bespreken wanneer je kind twee is en je de woorden die ze gebruikt niet (of nauwelijks) kan verstaan. De taalontwikkeling is afhankelijk van het gehoor, dus als je je zorgen maakt, is het verstandig om voor de zekerheid de huisarts te raadplegen.

Auteur

Team Lovevery Avatar

Team Lovevery

Visit site

Geplaatst in 25 - 27 maanden, Boeken, Communicatie, Spraakontwikkeling, Zintuiglijk spel, Kinderontwikkeling

Blijf lezen